Jaloezie

Componist Louis Andriessen kondigde deze week aan dat zijn nieuwste compositie tevens zijn laatste zal zijn. Hij is 81 en lijdt aan dementie. Toen ik in 2005 compositie ging studeren aan het conservatorium in Den Haag was het een van de laatste jaren dat hij er als docent rondliep. Lesgeven deed hij al niet echt meer, maar af en toe kletste hij nog met studenten. En eigenlijk waren die gesprekjes hele lessen op zich.

Het was Andriessen die me op het hart drukte altijd een goede verliezer te zijn. ‘Als je in het publiek zit als genomineerde en je hoort de naam van een ander, applaudisseer dan niet alleen, maar gun die ander met heel je hart de prijs. Oprecht blij zijn voor anderen is het enige recept tegen verbittering.’ Het was dezelfde Andriessen die ondanks zijn internationale succes altijd een van zijn studenten meenam naar zijn eigen premières, zodat hij de hele avond kon doen alsof hij diep in gesprek was, zodat hij niet met vreemden hoefde te socializen.

Ik vond dat hij makkelijk praten had, met z’n wereldwijde succes. Als je zoveel erkenning krijgt dan is het nogal makkelijk om niet jaloers te zijn op anderen, dacht ik. Daar moest hij om lachen. Succes is als een berg beklimmen: zodra je op de top staat en om je heen kijkt zie je onvermijdelijk bergtoppen die hoger zijn.

En zo is het. De niet-jaloers-zijn-en-klappen-voor-een-ander-les knoopte ik in mijn oren, en ik herinnerde mezelf in de vijftien jaar daarna vaak aan het beeld van Louis die in een volle concertzaal opstaat en met een grote glimlach een andere componist toejuicht. Soms lukte mij dat ook, en op die momenten voelde ik me bevrijd. Er bleven echter momenten dat mijn jaloezie en frustratie het won van mijn goede bedoelingen.

Frustratie en jaloezie zijn dingen die we graag verzwijgen, het zijn de donkere kanten van onze carrières, een aura in de kleur van “waarom lukt die ander wel wat mij net niet lukt?” verkoopt niet echt lekker, we willen alleen investeren in artiesten die tevredenheid, rust en vervulde ambitie uitstralen. We wennen onszelf als zzp’er aan om onze frustratie en twijfel alleen te delen in huiselijke kring, of hooguit met je manager of een naaste collega die geen concurrent is. En dat terwijl we er allemaal last van hebben.

Want de ontluisterende les die ik de afgelopen vijftien jaar leerde is dat jaloezie en frustratie geen ziektes zijn die je kunt genezen met succes. Als kind leek mijn droomleven te bereiken te zijn door een boek te schrijven: als dat lukte dan zou ik Schrijver zijn, de heilige graal. Maar mijn eerste stappen in de literaire wereld leerde me direct dat er een grote verscheidenheid aan Schrijvers bestaat: van zij die na hun debuut roemloos verdwijnen in het niets, tot miljoenenverkopers en prijzenwinnaars. Nieuwe bergtoppen doemden op.

De enige remedie tegen dat uitzicht is terugblikken. Waar keek ik tien of vijftien jaar geleden naar uit? Hoe zou de Aafke van toen kijken naar de positie die ik nu verworven heb? Dan kan ik niet anders concluderen, zelfs in het licht van al die anderen, dat ik voor een groot deel ben gekomen waar ik destijds van droomde. Als ik van daaruit kijk, zie ik ergens op een van die bergtoppen in de verte Louis staan. Hij applaudisseert, voor ons allemaal.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *